[Phoenix] FW: paragraaf ernst

Do mei 11 07:56:08 CEST 2023

Late mail van cdb. Gaat over de templates, neem ik aan

Met vriendelijke groeten,

Geert Heyvaert

Programma Gebiedsontwikkeling en Teamlead Phoenix

Vlaamse Overheid

DEPARTEMENT OMGEVING

Afdeling Strategie, Internationaal, Digitaal en Organisatie (SIDO)

Mobiel +32 476 980 386

e-mail  geert.heyvaert op vlaanderen.be<mailto:geert.heyvaert op vlaanderen.be>

________________________________
Van: De Blende Christophe <christophe.deblende op vlaanderen.be>
Verzonden: donderdag 11 mei 2023 2:30
Aan: Heyvaert Geert <geert.heyvaert op vlaanderen.be>
Onderwerp: FW: paragraaf ernst

Dag Iris,

ik heb het geforward naar Geert,

mvg
Christophe
________________________________
Van: Baeyens Iris <iris.baeyens op vlaanderen.be>
Verzonden: woensdag 10 mei 2023 11:33
Aan: De Blende Christophe <christophe.deblende op vlaanderen.be>
Onderwerp: FW: paragraaf ernst

Christophe,

Ter info : onderstaande heb ik aangepast in Oefen en in productie.

Met vriendelijke groeten,

Iris Baeyens

Van: Meert Sarah <sarah.meert op vlaanderen.be>
Verzonden: dinsdag 9 mei 2023 17:11
Aan: Baeyens Iris <iris.baeyens op vlaanderen.be>
Onderwerp: FW: paragraaf ernst

Dag Iris,

Ik heb de ernstparagrafen aangepast. Die schendingen en toerekenbaarheid zullen voor morgen of overmorgen zijn ??.

Met vriendelijke groeten,

Sarah Meert

DEPARTEMENT OMGEVING

Afdeling Handhaving

Sanctionering en advisering

T 02 553 75 11

Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel

www.omgevingvlaanderen.be<http://www.omgevingvlaanderen.be/>

[cid:image004.png op 01D98299.2B058710]<https://twitter.com/omgevingVL> [cid:image005.png op 01D98299.2B058710] <https://www.facebook.com/Departementomgeving>  [cid:image006.png op 01D98299.2B058710] <https://www.linkedin.com/company/departement-omgeving>

[cid:image007.png op 01D98299.2B058710]

Van: Baeyens Iris <iris.baeyens op vlaanderen.be<mailto:iris.baeyens op vlaanderen.be>>
Verzonden: dinsdag 9 mei 2023 8:24
Aan: Meert Sarah <sarah.meert op vlaanderen.be<mailto:sarah.meert op vlaanderen.be>>
Onderwerp: paragraaf ernst

Goeiemorgen Sarah,

Kan je hieronder in gekleurde tekst je aanpassingen doen ? Dit is hoe het ook in BSOS staat.

Opgelet, enkel de tekst overschrijven, geen tekens weghalen want die zorgen voor spaties ed.

#if($ernst.hoofdthema == 'Visserij')

<p>Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de overheid als de hengelaars om tot een duurzaam visserijbeleid te komen om de visfauna en het hengelplezier voor de komende generaties te vrijwaren.</p>

De regelgeving inzake riviervisserijkwam tot stand om het verdwijnen van het visbestand tegen te gaan en de herbepoting van de rivieren te verzekeren. Het systeem van visverloven en de specifieke beperkingen zoals het maximum aantal hengels, verbodstijden, … dragen hiertoe bij. Door het vissen met teveel hengels/in een verboden zone/in gesloten tijd/.... miskent de overtreder deze doelstelling.

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Afvalachterlaten')

De doelstelling van bovenvermelde regelgeving is het voorkomen of beperken van de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend kunnen zijn, of die gevaarrisico's in zich kunnen dragen.

De hele maatschappij levert grote inspanningen om een degelijk afvalverwijderingsbeleid te voeren. Dit vraagt inspanningen van ieder individu om zijn afval legaal te verwijderen, teneinde de omgeving leefbaar te houden voor iedereen.

Voor huishoudelijke afvalstoffen zijn er mogelijkheden genoeg om zich legaal en met minimale kosten van zijn afval te ontdoen, onder andere de afvalophaling georganiseerd door de gemeente en de afvalinzameling via de gemeentelijke containerparken.

Het achterlaten van afval is een maatschappelijk zeer afkeurenswaardig gedrag. Het is zowel asociaal ten aanzien van de gemeenschap die grote inspanningen moet doen voor het voeren van een degelijk afvalverwijderingsbeleid en voor het opruimen van sluikstorten als ten aanzien van andere burgers en bedrijven die wel inspanningen doen om hun afval legaal te verwijderen en bijdragen tot het leefbaar houden van de omgeving.

Uit de vaststellingen blijkt dat er XXX werden achtergelaten XXX.

Het achterlaten van afvalstoffen op voormelde locatie getuigt van een totaal gebrek aan verantwoordelijkheidszin en respect voor het leefmilieu in hoofde van de overtreder.

Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Afvalverbranding')

<p>De doelstelling van bovenvermelde regelgeving is het voorkomen of beperken van de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend kunnen zijn, of die gevaarrisico's in zich kunnen dragen.</p>

<p>Teneinde de omgeving leefbaar te houden voor iedereen, worden van eenieder inspanningen gevraagd om zijn afval op legale wijze te verwijderen.</p>

Het verbranden van afvalstoffen is een maatschappelijk zeer afkeurenswaardig gedrag. Het is zowel asociaal ten aanzien van de gemeenschap die grote inspanningen moet doen voor het voeren van een degelijk afvalverwijderingsbeleid als ten aanzien van andere burgers die wel inspanningen doen om hun afval legaal te verwijderen en bijdragen tot het leefbaar houden van de omgeving.

<p>In het kader van het Vlaams afvalbeleid dient men zoveel mogelijk voorrang te geven aan materiaalrecyclage, waarbij afval dat niet in aanmerking komt voor materiaalrecyclage in de daartoe geëigende installaties met maximale energierecuperatie moet verbrand worden.</p>

Naast de direct merkbare overlast (o.a. geurhinder en rookontwikkeling) die de nabije omgeving ondervindt en het verlies van waardevolle grondstoffen en energie gaat illegale afvalverbranding gepaard met emissies van schadelijke stoffen: bij een ongecontroleerde en onvolledige verbranding komen, naast de emissies die uit een volledige verbranding voorkomen (zoals stikstofoxiden, zwaveloxide, koolstofdioxide en stof), ook nog koolstofmonoxide, koolwaterstoffen, roet, dioxines en furanen vrij. Deze stoffen hebben diverse negatieve gevolgen voor het leefmilieu en de menselijke gezondheid. Uit metingen van het Vlaams Instituut voor Technologisch onderzoek (VITO) blijkt dat dioxine-concentratie bij verbranding van afval in open lucht tot 5000 maal hoger kan oplopen dan bij verbranding in een huisvuilverbrandingsinstallatie.

<p>De overheid nam reeds vele initiatieven om eenieder uitgebreid te informeren over de nadelige effecten van afvalverbranding voor mens en milieu en over de vaak kosteloze alternatieven voor verbranden, met name afval voorkomen, sorteren of composteren.</p>

<p>Het verbrande afval betrof</p>

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Afkoppelingsdossiers')

De aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel is erop gericht om het huishoudelijk afvalwater en het regenwater door twee aparte stelsels af te voeren. Het afvalwater wordt naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie geleid waar het gezuiverd wordt vooraleer het weer in de natuur terechtkomt. Het is voor een efficiënte zuivering van het afvalwater van belang dat het goed geconcentreerd is opdat de vervuiling optimaal kan worden afgebroken. De scheiding van hemel- en afvalwater is een sleutelfactor om tot een efficiënt en duurzaam waterbeheer te komen. Het hemelwater kan een negatieve invloed op de waterbalans hebben met o.a. verdunning van het afvalwater, kans op overstromingen en geurhinder tot gevolg.

<p>Het niet gescheiden aanleggen van het private rioleringsstelsel of het niet afkoppelen van de aanbieding van hemelwater, heeft tot gevolg dat bovenvermelde doelstellingen, namelijk te komen tot een efficiënt en duurzaam waterbeheer, worden miskend.</p>

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Bos')

Het Bosdecreet heeft het behoud, de bescherming, het beheer en het herstel van de bossen en het regelen van hun natuurlijk milieu tot doel. De overheid tracht de weerbaarheid van bossen te vergroten en verder in te zetten op biodiversiteit.

Bossen hebben een duidelijke ecologische functie, door onder meer de groei van inheemse boom- of struikvegetaties te bevorderen. Dit komt het behoud, de ontwikkeling of het herstel van de biologische diversiteit van populaties van zeldzame soorten ten goede en draagt bij tot de instandhouding, de ontwikkeling of het herstel van habitats en natuurlijke ecosystemen. De soortenrijkdom in goed ontwikkelde bossen kan tot in de duizenden oplopen. Niet alleen bossoorten maar ook andere soorten zoeken steeds meer hun toevlucht in bossen als gevolg van een steeds intensiever gebruikt buitengebied.

Naast de ecologische functie vervullen bossen ook cruciale diensten voor mens en maatschappij. Het zijn ook essentiële steunpilaren van onze economie, onder andere omdat het producenten zijn van hout, een van de meest duurzame grondstoffen van onze planeet.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: Bosbegrazing</u> </p>

Dieren laten grazen in bossen leidt tot bosdegradatie en –vernietiging, onder andere omdat zowel volwassen als opgroeiende bomen kunnen worden beschadigd (veegschade, uittrekken, omduwen, schillen van stammen,…). Een constante graasdruk leidt bovendien ook tot nivellering en verarming van de bosbodem en -flora.

De bodem, strooisel-, kruid- en boomlaag van een bos zijn erg belangrijk, onder meer voor een goede vochtbalans of als schuilplaats en voedselbron voor fauna en flora. Goed ontwikkelde boslagen komen de biodiversiteit ten goede.

Voedselaanrijking van de bodem door de aanwezigheid van mest in bos (vermesting) zorgt onder andere voor verruiging. De oorspronkelijke rijke bosvegetatie kan zo moeilijker natuurlijk verjongen en wordt teruggedrongen door een aantal (snelgroeiende) dominante soorten, zoals bramen, brandnetels, kleefkruid,… waardoor het bos aan soortenrijkdom en leefgebied voor typische bossoorten verliest.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: Kappen zonder KM</u> </p>

De bosregelgeving richt zich op het behouden, beschermen, herstellen en aanleggen van bossen. De overheid heeft een duurzaam bosbeleid tot doel. Dit brengt een gedeelde verantwoordelijkheid mee voor zowel de overheid als de boseigenaars.

Voor het kappen van bomen in bosverband moet voorafgaandelijk een machtiging worden aangevraagd. Het ANB kan een kapmachtiging weigeren of bij het toestaan ervan voorwaarden opleggen om natuurschade te beperken. Door bomen te kappen zonder machtiging wordt de mogelijkheid ontnomen om controle uit te oefenen op de manier waarop bossen worden beheerd. Een verleende machtiging vermijdt immers dat onnodige risico’s voor het toebrengen van natuurschade worden genomen.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: Niet naleven voorwaarden KM</u> </p>

Bij de behandeling van de aanvraag tot het verkrijgen van een kapmachtiging weegt het ANB de effecten van de kapping op de natuurwaarden af. Indien een machtiging wordt toegestaan, legt het ANB voorwaarden op die gericht zijn op het beperken van de te verwachten natuurschade. Bij het niet naleven van de opgelegde voorwaarden wordt deze doelstelling miskend.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: Ontbossing</u> </p>

Om de achteruitgang van de bossen in Vlaanderen te stoppen geldt een algemeen ontbossingsverbod. Slechts in een aantal gevallen wordt een vergunning verleend voor een ontbossing. Elke vergunde ontbossing moet bovendien worden gecompenseerd.

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Toegankelijkheid')

<p><u>Voor alle schendingen</u></p>

Het Bos- en Natuurdecreet hebben onder meer het behoud, de bescherming, het beheer en het herstel van bossen en natuurreservaten als doel. De overheid besliste om in het algemeen belang terreinen aan te kopen, in te richten en te beheren in functie van natuurbehoud en -herstel. Fauna en flora moeten voldoende tijd krijgen om zich te kunnen ontplooien en de bezoekers van deze gebieden respecteren deze fauna en flora door het naleven van de toegankelijkheidsregels. Deze regels beschrijven welke vormen van recreatie toegelaten zijn in bossen en natuurreservaten en zijn noodzakelijk omdat ze misbruik, vandalisme en vervuiling, die het gevolg zijn van misplaatst bos- en natuurgebruik beperken.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: Fietsers</u> </p>

<p>Omwille van de veiligheid en de rust van de bezoekers en de kwaliteit van de wegen tracht de toegankelijkheidsregeling de wandel- en fietspaden van elkaar te scheiden, Door niet op de aangeduide wegen te blijven kan de bodem en de vegetatie beschadigd worden.</p>

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: Ruiters</u> </p>

Paardenhoeven maken putten in de bodem, waardoor waterplasjes kunnen ontstaan die bij betreding uitbreiden tot grotere waterplassen. Hierdoor worden de wegen onbruikbaar voor andere bezoekers. De toegankelijkheidsregeling tracht de wandel- en ruiterpaden van elkaar te scheiden, niet alleen voorde kwaliteit van de weg, maar ook voor de veiligheid van de bezoekers van deze gebieden. Door niet op de aangeduide wegen te blijven wordt de bodem en de vegetatie beschadigd.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: Wildcrossers </u> </p>

Wildcrossers leggen voor recreatieve doeleinden het verbod om met een motor in de bossen en de terreinen beheerd ten behoeve van het natuurbehoud te rijden naast zich neer. Ze verstoren zo de rust, beschadigen fauna en flora en brengen andere bezoekers in gevaar. De overtreder doet de met overheidsmiddelen gedane investeringen en inspanningen teniet.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: Loslopende hond </u> </p>

Honden moeten steeds aangelijnd zijn om de kwetsbare natuur te beschermen. Loslopende honden kunnen immers de dieren die in het bos of in het natuurdomein leven verstoren, wegjagen of zelfs doden. Elk jaar sterven er verschillende dieren die door een loslopende hond worden gebeten, of worden achtergelaten omwille van het geurspoor dat een hond achterlaat. Het is ook belangrijk om honden aan de leiband te houden uit respect voor andere bezoekers die van de natuur willen genieten. Loslopende honden kunnen vrij bewegen, wat kan zorgen voor confrontaties met andere wandelaars, joggers, fietsers,.. Dieren zijn immers nooit volledig voorspelbaar en een hond kan opschrikken of anders reageren. Elk jaar worden er meerdere bijtincidenten door loslopende honden gemeld. Bovendien loopt een loslopende hond zelf ook gevaar, niet alleen voor andere honden, maar ook voor andere dieren die opgeschrikt kunnen reageren (bijvoorbeeld paarden of everzwijnen), voor auto’s op nabijgelegen wegen (bijvoorbeeld grenzend aan het bos of terrein of na het achtervolgen van een dier).

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: Ontoegankelijke zone</u> </p>

De toegankelijkheidsregeling bepaalt welke zones in bossen en terreinen beheerd ten behoeve van het natuurbehoud toegankelijk zijn voor het publiek. Het ontoegankelijk maken van bepaalde zones kan onder meer als doel hebben om plant- en diersoorten te beschermen tegen menselijke verstoring. Door het betreden van ontoegankelijke zones wordt de vegetatie beschadigd en diersoorten verstoord.

<p><u>Voor alle schendingen</u></p>

<p>De overtreder was … in ….</p>

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van  euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Natuur')

<p>De natuurregelgeving en de vrijwaring van het natuurlijk milieu is gericht op de bescherming, de ontwikkeling, het beheer en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en op de handhaving of het herstel van de daartoe vereiste milieukwaliteit.</p>

<p>Het beleid is gericht op het nemen van alle maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van internationale overeenkomsten of verdragen betreffende het natuurbehoud of van akten betreffende het natuurbehoud, met inbegrip van Europese richtlijnen, vastgesteld op grond van internationale verdragen.</p>

<p>De Vlaamse regering neemt alle nodige maatregelen ter aanvulling van de bestaande regelgeving om over het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest de milieukwaliteit te vrijwaren die vereist is voor het behoud van de natuur en om het standstill-beginsel toe te passen zowel wat betreft de kwaliteit als de kwantiteit van de natuur.</p>

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: KLE</u> </p>

Kleine landschapselementen zijn erg belangrijk voor de migratie van dieren en planten en voor fauna als broedplaats, dekking en foerageerplaats. De Vlaamse overheid voert een beleid dat gericht is op het behouden en verbeteren van deze verbindingsfunctie gezien dit de biodiversiteit bevordert.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: HPG</u> </p>

De over een zeer grote oppervlakte volledig gescheurde percelen hebben een grote natuurwaarde door de kwalificatie als historisch permanent grasland met hoge botanische waarde en de ligging in …. Door het … van deze percelen wijzigde de overtreder de vegetatie en het reliëf met mogelijks verlies van natuurwaarde tot gevolg.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: pesticiden</u> </p>

De pesticiden regelgeving heeft als doelstelling de menselijke gezondheid en het leefmilieu te beschermen tegen de risico's die met het gebruik van pesticiden kunnen samenhangen. Het Pesticidendecreet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden.

Bij het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bestaan er risico’s voor de gezondheid en het milieu. Alle pesticiden zijn gemaakt om schade toe te brengen aan bepaalde organismen en planten en zijn dus inherent schadelijk voor het leefmilieu.

<p><u>Aangevuld met een van onderstaande: waterlopen</u> </p>

Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen kan leiden tot waterverontreiniging, aantasting van de algemene bodemkwaliteit en vernietiging van de begroeiing. Om dit te voorkomen is het verboden om in en langs de waterlopen, inclusief de kleine grachten, bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Deze zijn namelijk de haarvaten van het hele oppervlaktewaternetwerk. Ze vangen het water op, zorgen dat het kan infiltreren in de bodem en vormen mee een ecologisch netwerk. Hoewel in tijdelijk droogvallende grachten meestal geen vissen voorkomen, vormen ze toch een belangrijke habitat voor amfibieën zoals kikkers en padden.

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Jacht')

De jachtregelgeving heeft als doel om de jacht veilig en duurzaam te maken, met respect voor mens, dier en leefmilieu. De jacht is gebonden aan strenge regels die gericht zijn op het verstandig aanwenden van wildsoorten en hun leefgebieden. Voor elke categorie, soort, type of geslacht van wild en voor elke jacht- en bestrijdingswijze zijn regels vastgesteld. Door het niet naleven van deze regels verstoort men een goed wildbeheer en natuurbehoud.

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Soorten')

Het Soortenbesluit kwam tot stand om kwetsbare soorten te beschermen en streeft naar een hoge biodiversiteit. Een doordacht soortenbeleid draagt hiertoe bij. Het doel is om in het wild levende beschermde soorten door verbodsbepalingen te beschermen tegen vernietigende of verstorende handelingen. Het brengt een gedeelde verantwoordelijkheid mee voor zowel de overheid als de burgers om het soortenbestand voor de komende generaties te vrijwaren.

<p>Het Soortenbesluit kadert in nationale en internationale overeenkomsten en is een omzetting van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen die streven naar de instandhouding  van alle vogelsoorten die voorkomen op het grondgebied van de EU  en naar het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora in de verschillende lidstaten.</p>

Deze Vogel- en Habitatrichtlijnen hebben, naast het gebiedsgerichte uitgangspunt door het afbakenen van speciale beschermingszones, als tweede pijler de rechtstreekse soortenbescherming. Centraal hierin staan een reeks verbodsbepalingen die de lidstaten moeten opleggen ten aanzien van een aantal handelingen met betrekking tot bepaalde soorten, zowel specimens van die soorten, als hun nest-, rust- en voortplantingsplaatsen.

De … is in ‘European Birds of Conservation Concern[1] als SPEC 1 opgenomen. Dergelijke kwalificatie houdt in dat voornoemde vogelsoort wereldwijd een slechte overlevingsstatus heeft en waarvan de populatie van deze soort in Europa geconcentreerd is. Deze soort loopt een reëel risico om definitief uit het vogelbestand te verdwijnen indien geen gepaste maatregelen worden getroffen. De strengere sanctionering van het verboden bezit van deze vogelsoort kadert hierin. De overtreder was in het bezit van ...

De … is in ‘European Birds of Conservation Concern’[2] als SPEC 2 opgenomen. Dergelijke kwalificatie houdt in dat voornoemde vogelsoort een slechte overlevingsstatus in Europa heeft en de wereldwijde populatie van deze soort in Europa geconcentreerd is. Deze soort loopt een reëel risico om definitief uit het Europese vogelbestand te verdwijnen indien geen gepaste maatregelen worden getroffen. De strengere sanctionering van het verboden bezit van deze vogelsoort kadert hierin. De overtreder was in het bezit van ….

De … is in ‘European Birds of Conservation Concern’[3] als SPEC 3 opgenomen. Dergelijke kwalificatie houdt in dat voornoemde vogelsoort een slechte overlevingsstatus in Europa heeft, waarvan de wereldwijde populatie van deze soort niet in Europa geconcentreerd is. Deze soort loopt een reëel risico om definitief uit het Europese vogelbestand te verdwijnen indien geen gepaste maatregelen worden getroffen. De strengere sanctionering van het verboden bezit van deze vogelsoort kadert hierin. De overtreder was in het bezit van ...

De … is opgenomen in de ‘Rode Lijst van de Broedvogels in Vlaanderen’ als bedreigde vogelsoort. Dergelijke kwalificatie houdt een sterk signaal in dat voornoemde vogelsoort een reëel risico loopt om definitief uit het Vlaamse vogelbestand te verdwijnen indien geen gepaste maatregelen worden getroffen. De strengere sanctionering van het verboden bezit van deze vogelsoort kadert hierin. De overtreder was in het bezit van …

Het verbod om beschermde vogelsoorten te vangen heeft als doel om deze soorten te beschermen tegen vernietigende of verstorende handelingen. Het staat zonder twijfel vast dat de overtreder beschermde soorten opzettelijk ving.

Het verbod om beschermde soorten in bezit te hebben heeft als doel om de in het wild levende beschermde soorten uit het eigendoms- en handelscircuit te houden. De overtreder had beschermde vogels in zijn bezit die niet/frauduleus geringd waren.

…is een verboden vangmethode of vangmiddel, o.a. omdat dit tuig niet selectief is en er dus ook andere dieren mee kunnen gevangen en gedood worden.

- Bijlage 2C: Niet alleen het gebruik, maar ook het bij zich houden van deze tuigen of middelen is verboden.

- Bijlage 2A: Het gebruik van deze tuigen of middelen is verboden.</p>

Het gebruik van een Larssen-kooi/trechterval ter bestrijding van bepaalde vogelsoorten vormt een uitzondering op artikel 10 en 12 van het Soortenbesluit. Aan het gebruik van deze kooien zijn daarom voorwaarden verbonden. Het gebruik van dierlijk lokaas vergroot het risico op bijvangst van roofvogels. Het niet melden van deze kooi bemoeilijkt de controle op de regelmatigheid ervan.

Het ringen van vogels geboren en gekweekt in gevangenschap is noodzakelijk om deze te onderscheiden van vogels geboren in het wild. Door het niet naleven van deze bepaling door de overtreder wordt dit onderscheid bemoeilijkt. Het vervalsen van ringen is een bewuste daad die erop gericht is om illegaal beschermde vogels in het handels- en/of eigendomscircuit te brengen.

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Koelinstallaties')

<p>1.     Algemeen</p>

<p><u>Voor alle schendingen</u></p>

<p>Bovenvermelde regelgeving strekt ertoe om de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend (kunnen) zijn, of die gevaarrisico’s in zich (kunnen) dragen, te voorkomen of te beperken.”</p>

<p>+ indien klasse 2-inrichting:</p>

De koelinstallatie(s) was (waren) ingedeeld als inrichting klasse 2. De klasse waarin een activiteit ingedeeld wordt, wordt bepaald door de graad waarin deze activiteit geacht wordt belastend te zijn voor de mens en het leefmilieu.

<p>+ indien klasse 3-inrichting:</p>

De koelinstallatie(s) was (waren) ingedeeld als inrichting klasse 3. De klasse waarin een activiteit ingedeeld wordt, wordt bepaald door de graad waarin deze activiteit geacht wordt belastend te zijn voor de mens en het leefmilieu.

<p><u>Verbod aanwenden van chloorfluorkoolstoffen (cfk’s) en halonen – artikel 5.16.3.3, §1 VLAREM II</u></p>

Krachtens de bepalingen van de verordening nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen werd de productie, het op de markt brengen en het gebruik van chloorfluorkoolstoffen en halonen geleidelijk beëindigd.

Chloorfluorkoolstoffen en halonen worden, wanneer vrijkomend in de atmosfeer, niet afgebroken en blijven voor vele jaren in de atmosfeer. Ze worden langzaam maar zeker vermengd met hogere luchtlagen en bereiken zo de stratosfeer. Deze stoffen worden in de stratosfeer onder invloed van UV-licht ontbonden. Bij dit reactiemechanisme komen vrije chloor- en broomradicalen vrij. Deze vrije radicalen breken ozonmoleculen af en fungeren hierbij als katalysator in de ozonafbraak, dit is: zonder zelf weg te reageren. Na dergelijk afbraakproces kunnen deze chloor- en broomradicalen opnieuw deelnemen aan een nieuw proces van ozonafbraak. Eén chlooratoom (met levensduur van enkele tientallen tot honderden jaren) kan duizenden malen deelnemen aan de afbraak van ozon-moleculen alvorens het wordt omgezet in een verbinding die niet schadelijk is voor ozon.

<p><u>Ontbreken conformiteitsattest</u> </p>

Een koelinstallatie dient testen te ondergaan opdat gegarandeerd kan worden dat de uitrusting van de koelinstallatie conform de bouwvereisten is. Een conformiteitsattest is vereist om het risico op lekkage van koelmiddel uit de koelinstallatie te reduceren.

<p><u>Terugwinning koelmiddelen – artikel 5.16.3.3, §4 VLAREM II</u></p>

<p>Het aftappen van koelmiddel kort na de definitieve buitenbedrijfstelling is vereist om (verdere) lekkage van koelmiddelen te voorkomen.</p>

Uit de vaststellingen van verbalisant bleek dat volgende koelmiddelen werden gebruikt in de koelinstallaties van de overtreder: XX. + eigenschappen (zie punt 2).

<p><u>Overschrijden toegelaten relatief lekverlies (voor GWP, zie ook verder) – artikel 5.16.3.3, §6 VLAREM II</u></p>

<p>De koelinstallatie <span style='background-color:#FFFF00'>naam koelinstallatie</span> heeft een nominale koelmiddeleninhoud van <span style='background-color:#FFFF00'>XX</span> kg en werd gevuld met het koelmiddel <span style='background-color:#FFFF00'>naam koelmiddel</span>.</p>

<p><span style='background-color:#FFFF00'>+ omschrijving ernst koelmiddel</span> (zie punt 2)</p>

<p><span style='background-color:#FFFF00'>+ GWP-bepaling (zie punt 3)</span></p>

In de koelinstallatie naam koelinstallatie van de overtreder werd in jaartal(len) (respectievelijk) XX kg naam koelmiddel verbruikt. In totaal werd XX kg naam koelmiddel verbruikt over de periode van XX tot en met XX (indien lekverlies over meerdere jaren).

België, en bij uitbreiding, het Vlaamse gewest, is verantwoordelijk en heeft inleverplichten met betrekking tot welbepaalde broeikasgasemissies die plaatsvinden op haar grondgebied. In de periode 2013-2020 vloeit deze inleververplichting voort uit beschikking nummer 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanning van lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Europese Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen.

<p><span style='background-color:#FFFF00'>XX kg naam koelmiddel</span> komt overeen met <span style='background-color:#FFFF00'>XX</span> ton CO2-equivalent, berekend aan de hand van de GWP-waarden als vermeld in het vierde evaluatieverslag van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering, aangenomen bij besluit met nummer 15/CP.17 van de Conferentie van de partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering.</p>

Het relatief lekverlies moet in elk geval beperkt worden tot vijf procent per jaar. De nominale koelmiddelinhoud van de koelinstallaties (naam koelinstallatie(s)) bedroeg in jaartal(len) XX kg naam koelmiddel. Bijgevolg mocht niet meer dan (XX (= 5% van nominale koelmiddelinhoud) kg naam koelmiddel gelekt worden per jaar in (respectievelijk) jaartal(len). De nominale koelmiddelinhoud van de koelinstallaties bedroeg in jaartal(len) XX kg naam koelmiddel. Bijgevolg mocht niet meer dan (XX (= 5% van nominale koelmiddelinhoud) kg naam koelmiddel gelekt worden per jaar in (respectievelijk) jaartal(len). Dit stemt in totaal over de jaren jaartallen heen, overeen met de emissie van XX kg naam koelmiddel of XX ton CO2-equivalent dat de overtreder een hoeveelheid naam koelmiddel gelijk aan XX ton CO2-equivalent meer heeft gelekt dan toegestaan, rekening houdend met het maximaal toegestane lekverlies van vijf procent.

<p>Indien het lekverlies niet beperkt kan worden tot de norm moet de installatie uit gebruik worden genomen.</p>

<p>De financiële impact van de uitstoot van één ton CO2-eq kan, op basis van de veilingprijzen in het Europese systeem voor emissiehandel voor het verhandelen van uitstootrechten van broeikasgassen, in de kalenderjaren <span style='background-color:#FFFF00'>2013, 2014 en 2015</span>, redelijkerwijs en minimaal op respectievelijk <span style='background-color:#FFFF00'>4 euro, 5 euro en 7 euro</span> per ton CO2-eq worden geschat en dit ofwel onder de vorm van gederfde inkomsten indien door toedoen van de genoemde uitstoot van broeikasgassen de afstand tot het voor het Vlaamse Gewest vastgestelde uitstootplafond minder groot worden, ofwel onder de vorm van te verrichten verplichte uitgaven indien door de genoemde uitstoot het voor het Vlaamse Gewest vastgestelde uitstootplafond worden overschreden.</p>

<p><u>Geen instructiekaart – artikel 5.16.3.3, §8, 1° VLAREM II</u></p>

<p>De beschikbaarheid van een instructiekaart op een goed toegankelijke plaats bij de koelinstallatie is noodzakelijk om te verzekeren dat de koelinstallatie met het juiste type koelmiddel wordt bijgevuld, om bij ongevallen of lekkages de installateur of de onderhoudsdienst zo snel mogelijk te kunnen contacteren en om de buitenbedrijfstelling van een koelinstallatie op een correcte wijze te laten verlopen.</p>

<p>Uit de vaststellingen van verbalisant bleek dat volgende koelmiddelen werden gebruikt in de koelinstallaties van de overtreder: <span style='background-color:#FFFF00'>XX</span>.</p>

<p><u>Ontbreken logboeken - artikel 5.16.3.3, §8, 2° VLAREM II</u></p>

<p>De regelgeving omtrent het bijhouden van een logboek bepaalt de omstandigheden die de toezichthouders toelaten om na te gaan of eventuele lekken van ozonafbrekende stoffen en/of gefluoreerde broeikasgassen tot het strikte minimum worden beperkt en om na te gaan of de koelinstallaties en toebehoren worden onderhouden volgens een code van goede praktijk en regelmatig worden onderzocht door een bevoegd koeltechnicus.</p>

<p>Uit de vaststellingen van verbalisant bleek dat volgende koelmiddelen werden gebruikt in de koelinstallaties van de overtreder: <span style='background-color:#FFFF00'>XX</span>.</p>

<p><u>Onvoldoende informatie in logboeken – geen facturen - artikel 5.16.3.3, §8, 2° VLAREM II</u></p>

Het bijhouden van informatie in een logboek is noodzakelijk om de emissie van deze stoffen te kunnen controleren. Door het niet noteren van alle bijvullingen en hun redenen in de logboeken en het niet kunnen toewijzen van de facturen aan een installatie, kunnen de lekverliezen per installatie niet nauwkeurig worden berekend of verder voorkomen, wat wel de doelstelling is van een dergelijk logboek.

<p><u>Geen periodieke lekdichtheidscontroles – artikel 3.2 Verordening 842/2006 of Verordening 517/2014</u></p>

<p>Het houden van periodieke lekdichtheidscontroles is vereist om lekkages van koelmiddel te voorkomen of in te perken.</p>

<p><span style='background-color:#FFFF00'>+ indien boven de 30 kg:</span> </p>

In de inrichting was een koelinstallatie aanwezig met een koelmiddelinhoud van meer dan 30 kg, met name XX kg. Een koelinstallatie met dergelijke koelmiddelinhoud houdt een risico op grotere milieuschade in dan een koelinstallatie met een koelmiddelinhoud van minder dan 30 kg;

<p>OF</p>

In de inrichting was een koelinstallatie aanwezig met een koelmiddelinhoud van meer dan 300 kg, met name XX kg. Een koelinstallatie met dergelijke koelmiddelinhoud houdt een risico op grotere milieuschade in dan een koelinstallatie met een koelmiddelinhoud van minder dan 300 kg;

Uit de vaststellingen van verbalisant bleek dat volgende koelmiddelen werden gebruikt in de koelinstallaties van de overtreder: XX. + eigenschappen (zie punt 2)

<p><u>Geen lekdetectiesysteem – artikel 3.3 Verordening 842/2006 (opgeheven) of artikel 5.1 Verordening 517/2014 (voor vaststellingen vanaf 1/1/2015)</u></p>

<p>-       Vaststellingen voor 1/1/2015:</p>

In de inrichting was een koelinstallatie aanwezig met een koelmiddelinhoud van meer dan 300 kg, met name XX kg. Een koelinstallatie met dergelijke koelmiddelinhoud houdt een risico op grotere milieuschade in dan een koelinstallatie met een koelmiddelinhoud van minder dan 300 kg. De installatie van een lekdetectiesysteem is dus vereist om de exploitant te kunnen waarschuwen in geval van lekkage.

<p>-       Vaststellingen vanaf 1/1/2015:</p>

In de inrichting was een koelinstallatie aanwezig met een koelmiddelinhoud van meer dan 500 ton CO2-equivalent, met name XX ton CO2-equivalent. Een koelinstallatie met dergelijke koelmiddelinhoud houdt een risico op grotere milieuschade in dan een koelinstallatie met een koelmiddelinhoud van minder dan 300 kg. De installatie van een lekdetectiesysteem is dus vereist om de exploitant te kunnen waarschuwen in geval van lekkage.

Uit de vaststellingen van verbalisant bleek dat volgende koelmiddelen werden gebruikt in de koelinstallaties van de overtreder: XX. + eigenschappen (zie punt 2).

<p>2.     Eigenschappen</p>

<p><u>HCFK’s</u></p>

Een chloorfluorkoolwaterstof (HCFK) - met name naam koelmiddel- werd als koelmiddel gebruikt in de koelinstallatie van de overtreder. Dit betreft een stof die de stratosferische ozonlaag kan aantasten. De verdunning van de stratosferische ozonlaag leidt tot een toename van de schadelijke UV(B)-straling op het leefmilieu, met risico’s voor de volksgezondheid en schade aan landbouwgewassen en ecosystemen tot gevolg. Deze stof draagt eveneens bij aan de opwarming van de aarde. Sinds 1 januari 2015, na een periode van uitfasering tussen 2010 en 2015, is het gebruik van HCFK’s in koel-, vries-, airconditioninginstallaties of warmtepompen bovendien verboden.

Het koelmiddel naam koelmiddel kan schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. De dampen ervan zijn zwaarder dan lucht en kunnen verstikking veroorzaken door vermindering van luchtzuurstof. Contact met de vloeistof kan tot bevriezing en ernstige verwondingen aan de ogen leiden.

<p><u>HFK’s</u></p>

Een fluorkoolwaterstof - met name naam koelmiddel – werd als koelmiddel gebruikt in de koelinstallatie van de overtreder. Dit betreft een stof die - hoewel deze niet de stratosferische ozonlaag aantast - wel een broeikasgas is die bijdraagt tot de opwarming van de aarde. De Verordening nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening nr. 842/2006 voorziet in een uitfasering voor met een GWP groter of gelijk aan 2.500. Vanaf 1 januari 2020 zal de maagdelijke fluorkoolwaterstoffen met een GWP groter of gelijk aan 2.500 in koelapparatuur met een koelmiddelvulling groter of gelijk aan 40 ton CO2-equivalenten verboden zijn. Vanaf 1 januari 2030 zullen de geregenereerde/gerecycelde fluorkoolwaterstoffen met een GWP groter of gelijk aan 2.500 in koelapparatuur met een koelmiddelvulling groter of gelijk aan 40 ton CO-equivalenten verboden zijn.

Het koelmiddel naam koelmiddel kan schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. De dampen ervan zijn zwaarder dan lucht en kunnen verstikking veroorzaken door vermindering van luchtzuurstof. Contact met de vloeistof kan tot bevriezing en ernstige verwondingen aan de ogen leiden.

<p><u>Natuurlijke koelmiddelen (bv ammoniak (R717) of CO2 (R744) of propaan (R290))</u></p>

Uit de vaststellingen van verbalisant bleek dat (onder meer) naam koelmiddel als koelmiddel werd gebruikt in de koelinstallaties van de overtreder. Dit is een natuurlijk koelmiddel. Natuurlijke koelmiddelen zijn klimaatneutraal en dragen dus niet bij tot de opwarming van het klimaat. Dit beperkt de ernst van de overschrijding. Het lekken van deze koelmiddelen kan wel hinder veroorzaken voor de onmiddellijke omgeving en kan een risico vormen voor personen die ermee in contact komen.

<p>3.     GWP-bepaling</p>

<p>Elke lek van een broeikasgas levert een bijdrage tot de globale opwarming van de aarde.</p>

Het Global Warming Potential (hierna: “GWP”) van het koelmiddel naam koelmiddel bedraagt XX</span. Het ontsnappen in de atmosfeer van het koelmiddel naam koelmiddel levert bijgevolg een XX keer sterkere bijdrage aan de opwarming van de aarde dan een ontsnapping van een gelijke hoeveelheid aan CO2.

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Mest')

<p>De doelstelling van bovenvermelde regelgeving is het voorkomen of beperken van de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend kunnen zijn, of die gevaarrisico’s in zich kunnen dragen.</p>

Het Mestdecreet heeft tot doel de bescherming van het leefmilieu door de waterverontreiniging veroorzaakt of teweeggebracht door nitraten en fosfaten uit agrarische bronnen te verminderen, verdere verontreiniging van die aard te voorkomen en bij te dragen tot de realisatie van een goede toestand van de watersystemen en de beperking van de luchtverontreiniging als gevolg van de productie en het gebruik van meststoffen. (schrappen bij artikel 12)

In uitvoering van de Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, Nitraatrichtlijn genaamd, en de Richtlijn 2001/81/EG van 23 oktober 2001 van de Raad en van het Parlement inzake de nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen, NEC-richtlijn, heeft het Mestdecreet bepaalde maatregelen voorzien. Eén ervan bestaat uit het opleggen van beperkingen van het op of in de bodem brengen van meststoffen overeenkomstig de goede landbouwpraktijken en rekening houdend met de kenmerken van de betrokken kwetsbare zone.

<p>In het kader van de nitraatproblematiek is het algemeen principe dat meststoffen enkel mogen opgebracht worden op landbouwgrond of groeimedium en dit binnen een vastgestelde periode, op gezette tijdstippen en op welbepaalde wijze.</p>

<p><u>Artikel 12</u></p>

<p>Door de aanwezigheid van meststoffen op andere grond dan landbouwgrond worden de doelstellingen van de Nitraatrichtlijn in het gedrang gebracht.</p>

Het lozen van meststoffen in oppervlaktewater hebben een grote invloed op de nitraatconcentratie, waardoor de doelstellingen van de Nitraatrichtlijn miskend worden. Zo kan een teveel aan nutriënten zoals fosfor- en stikstofverbindingen (zoals bijvoorbeeld nitraat) in oppervlaktewater eutrofiëring veroorzaken wat een explosieve groei van waterplanten en voornamelijk microscopische wieren of algen teweeg kan brengen. Een massale ‘algenbloei’ of ontwikkeling van eendenkroos heeft een negatief effect op de waterkwaliteit. Bij het mogelijk afsterven van de wierbiomassa zal de (bio)chemische zuurstofvraag van het water sterk stijgen, wat eveneens zuurstofloosheid kan veroorzaken.

<p><u>Artikel 20</u></p>

Door het uitrijden van de mest op drassig, ondergelopen, bevroren of met sneeuw bedekt land komen de meststoffen gedurende een lange tijd in contact met de omgevingslucht, waardoor afspoeling naar het oppervlaktewater mogelijk is. De ammoniakvervluchtiging die hier het gevolg van is, vormt een belangrijke oorzaak van zure regen. De helft van de emissies van ammoniak in Vlaanderen wordt veroorzaakt bij het uitspreiden van mest op het land. Het beperken van de ammoniakvervluchtiging naar het milieu is samen met de beperking van geuremissies de voornaamste reden waarom mest emissiearm moet worden aangewend.

<p><u>Artikel 21</u></p>

Door het te dicht bemesten tegen de waterloop van X categorie, bestaat de kans dat de mest in de waterloop terecht komt. Mest bevat nutriënten bestaande uit fosfaten en stikstof. Door het mogelijk uitvloeien van de mest is er een potentieel gevaar voor de verontreiniging van nabijgelegen oppervlaktewater. Indien er mest in oppervlaktewater terechtkomt, kan dit een nefaste invloed hebben op de waterkwaliteit en dit de verwezenlijking van de Nitraatrichtlijn bemoeilijkt.

<p><u>Artikel 22</u></p>

Wanneer mest oppervlakkig wordt gespreid vervluchtigt, naast de voor de omgeving onaangename geurstoffen, een belangrijke hoeveelheid ammoniakale stikstof. Deze vervluchtiging vindt in grote mate plaats vlak na de mesttoediening. Door de mest emissiearm op te brengen kan een aanzienlijke reductie van de ammoniakverliezen worden bereikt doordat enerzijds de mest slechts gedurende een hele korte tijd in contact komt met de omgevingslucht en anderzijds het contact met de lucht tot een minimum wordt beperkt. Het niet-emissiearm opbrengen van mest door de ammoniakvervluchtiging is een belangrijke medeoorzaak van zure regen. Door het niet tijdig inwerken van mest komt de mest langer in contact met de lucht waardoor er meer vervluchtiging is van ammoniakale stikstof.

<p>De feiten werden in professioneel verband gepleegd.</p>

<p>Deze feiten zijn aldus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Water')

XXX-verontreiniging heeft directe en indirecte effecten op flora en fauna waardoor het ecosysteem, waarin de interacties van de organismen met elkaar in hun omgeving plaatsvinden, ernstig wordt verstoord. Zowel solitair levende dieren als gehele populaties kunnen grote schade ondervinden van stookolie dat terecht is gekomen in oppervlaktewater.

XXX (stookolie, mazout) zijn koolwaterstoffen die weinig tot slecht biodegradeerbaar zijn. Dit betekent dat ze niet gemakkelijk biologisch afgebroken worden door micro-organismen. Deze stoffen kunnen bijgevolg over een lange afstand getransporteerd worden en over een groter geografisch gebied effecten kunnen veroorzaken. Koolwaterstoffen zijn giftig voor in het water levende organismen en kunnen in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

XXX (organisch materiaal) bevatten een hoeveelheid nutriënten zoals fosfor- en stikstofverbindingen. Een teveel aan nutriënten, ingevolge de XXX, in oppervlaktewater kunnen eutrofiëring veroorzaken. Dit kan een explosieve groei van waterplanten en voornamelijk microscopische wieren of algen teweeg brengen. Een massale ‘algenbloei’ of ontwikkeling van eendenkroos heeft een negatief effect op de waterkwaliteit. Bij het mogelijk afsterven van de wierbiomassa zal de (bio)chemische zuurstofvraag van het water sterk stijgen, wat eveneens zuurstofloosheid kan veroorzaken.

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Lozingsnormen')

<p>Bovenvermelde  regelgeving strekt ertoe om de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend (kunnen) zijn, of die gevaarrisico’s in zich (kunnen) dragen, te voorkomen of te beperken.</p>

De milieuvergunning heeft tot doel om het leefmilieu, de gezondheid en veiligheid van de bevolking te beschermen. Dit gebeurt mede door het al dan niet toekennen van een milieuvergunning aan hinderlijke inrichtingen en het opleggen van strikte voorwaarden waaraan bij de exploitatie moet voldaan worden. Het naleven van de exploitatievoorwaarden en de in de milieuvergunning opgelegde algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden hebben tot doel om schade, hinder en zware ongevallen te voorkomen, en de gevolgen ervan voor de mens en het leefmilieu zo beperkt mogelijk te houden.

De naleving van de Vlaamse algemene, sectorale en bijzondere bepalingen inzake milieuhygiëne is van cruciaal belang om hinder aan het leefmilieu te voorkomen of minstens tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een strikte naleving van deze bepalingen wordt opgelegd aan diegenen die ingedeelde activiteiten uitoefenen.

De emissiegrenswaarden hebben tot doel om het leefmilieu, de gezondheid en veiligheid van de bevolking te beschermen. Dit gebeurt mede door het opleggen van strikte voorwaarden waaraan bij de exploitatie van deze inrichtingen moet voldaan worden opdat de emissies naar het milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Controle over emissies is noodzakelijk om alle milieurisico’s en hinder voor de omgeving tot een minimum te beperken.

<p>De overtreder heeft het misdrijf in professioneel verband gepleegd.</p>

<p>Het lozen van bedrijfsafvalwater met een overschrijding van de lozingsnorm voor XXX bemoeilijkt het voldoen aan de ter zake relevante huidige kwaliteitseisen, met name de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater.</p>

<p><u>Na nieuwe norm geen overschrijding meer</u></p>

De overtreder vroeg na de vaststelling van de overschrijding een wijziging aan van de lozingsnorm voor CZV. Uit het besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen d.d. 21 november 2013 blijkt dat de overtreder de wijziging van de lozingsnorm verkregen heeft. De nieuwe norm voor CZV bedraagt 15.000 mg/l. Uit deze wijziging blijkt dat de vergunningverlenende overheid de lozing van een hogere concentratie aanvaardbaar acht. Wanneer de analyseresultaten van het proces-verbaal d.d. 15 juni 2012 aan de nieuwe lozingsnorm zouden worden getoetst, zou er geen overschrijding van de parameter CZV zijn vastgesteld. Dit relativeert de ernst van de feiten en wordt meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het boetebedrag.

<p><u>Na nieuwe norm nog steeds overschrijding</u></p>

De overtreder vroeg na de vaststelling van de overschrijding een wijziging aan van de lozingsnorm voor parameter X. Uit … blijkt dat de overtreder de wijziging van de lozingsnorm voor parameter X… verkregen heeft. De nieuwe norm voor … bedraagt …mg/l. Uit deze wijziging blijkt dat de vergunningverlenende overheid de lozing van een hogere concentratie aanvaardbaar acht. Wanneer de analyseresultaten van het proces-verbaal d.d. … aan de nieuwe lozingsnorm zouden worden getoetst, zou er nog steeds een overschrijding van de parameter … zijn vastgesteld. Na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, bedroeg de concentratie in het geloosde afvalwater immers minstens …mg/l. Dit betekent een overschrijding van minstens … keer de nieuw vergunde emissiegrenswaarde. Dit relativeert evenwel de ernst van de feiten en wordt meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het boetebedrag.

<p><u>Na afwijking norm geen overschrijding meer</u></p>

De overtreder vroeg na de vaststelling van de overschrijding een afwijking aan van de lozingsnorm voor parameter X</span. Uit … blijkt dat de overtreder de afwijking van de lozingsnorm voor parameter X… verkregen heeft. De nieuwe norm voor … bedraagt ….µg/l. Uit deze afwijking blijkt dat de vergunningverlenende overheid de lozing van een hogere concentratie aanvaardbaar acht. Wanneer de analyseresultaten van het proces-verbaal d.d. … aan de nieuwe lozingsnorm zouden worden getoetst, zou er geen overschrijding van de parameter … zijn vastgesteld. Dit relativeert de ernst van de feiten en wordt meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het boetebedrag.

<p><u>Na afwijking norm nog steeds overschrijding</u></p>

De overtreder vroeg na de vaststelling van de overschrijding een afwijking aan van de lozingsnorm voor parameter …. . Uit … blijkt dat de overtreder de afwijking van de lozingsnorm voor parameter … verkregen heeft. De nieuwe norm voor … bedraagt …mg/l. Uit deze afwijking blijkt dat de vergunningverlenende overheid de lozing van een hogere concentratie aanvaardbaar acht. Wanneer de analyseresultaten van het proces-verbaal d.d. … aan de nieuwe lozingsnorm zouden worden getoetst, zou er nog steeds overschrijding van de parameter … zijn vastgesteld. Na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, bedroeg de concentratie in het geloosde afvalwater immers minstens …mg/l. Dit betekent een overschrijding van minstens … keer de nieuw vergunde emissiegrenswaarde. Dit evenwel relativeert de ernst van de feiten en wordt meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het boetebedrag.

<p><u>Afwijking norm, maar RG hoger dan de vergunde norm waardoor ernst wordt benadrukt</u></p>

De overtreder vroeg na de vaststelling van de overschrijding een afwijking aan van de lozingsnorm voor parameter X. Uit … blijkt dat de overtreder de afwijking van de lozingsnorm voor parameter X… verkregen heeft. De nieuwe norm voor … bedraagt …mg/l. De rapportagegrens voor … is nog steeds hoger dan de vergunde norm, waardoor men nog steeds aan de rapportagegrens dient te voldoen. Hieruit blijkt dat de vergunningverlenende overheid de lozing van een concentratie hoger dan de rapportagegrens onaanvaardbaar acht, wat de ernst van de feiten benadrukt.

<p>Deze feiten zijn aldus

 voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'MV2')

<p><u>Algemeen</u></p>

‘Titel V. Exploitatie van inrichtingen en activiteiten en erkende personen’ van het DABM heeft onder meer tot doel om de mens en het milieu te beschermen tegen onaanvaardbare risico’s en hinder, afkomstig van de exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten. Dit gebeurt door het instellen van een voorafgaande vergunningsplicht of meldingakte naargelang de klasse (eerste, tweede of derde) waarin een inrichting of activiteit wordt ingedeeld en het opleggen van strikte voorwaarden waaraan bij de exploitatie van deze inrichtingen of activiteiten moet worden voldaan. Het naleven van de exploitatievoorwaarden en de in de milieuvergunning opgelegde algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden hebben tot doel om schade, hinder en zware ongevallen te voorkomen, en bij ongeval, de gevolgen ervan voor de mens en het leefmilieu zo beperkt mogelijk te houden.

De naleving van de Vlaamse algemene, sectorale en bijzondere bepalingen inzake milieuhygiëne is van cruciaal belang om hinder aan het leefmilieu te voorkomen of minstens tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een strikte naleving van deze bepalingen opgelegd wordt aan diegenen die ingedeelde activiteiten uitoefenen.

XXX is een klasse X activiteit. De klasse waarin een activiteit ingedeeld wordt, wordt bepaald door de graad waarin deze activiteit geacht wordt belastend te zijn voor de mens en het leefmilieu.

<p><u>Afkoppeling</u></p>

De aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel is erop gericht om het huishoudelijk afvalwater en het regenwater door twee aparte stelsels af te voeren. Het afvalwater wordt naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie geleid waar het gezuiverd wordt vooraleer het weer in de natuur terechtkomt. Het is voor een efficiënte zuivering van het afvalwater van belang dat het goed geconcentreerd is opdat de vervuiling optimaal kan worden afgebroken. De scheiding van regen- en afvalwater is een sleutelfactor om tot een efficiënt en duurzaam waterbeheer te komen. Het regenwater een kan negatieve invloed op de waterbalans hebben met o.a. verdunning van het afvalwater, kans op overstromingen en geurhinder tot gevolg.

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerde te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'Grondwater')

<p>De doelstelling van bovenvermelde regelgeving is het voorkomen of beperken van de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend kunnen zijn, of die gevaarrisico’s in zich kunnen dragen.</p>

Het milieuvergunningenbeleid heeft tot doel om het leefmilieu, de gezondheid en veiligheid van de bevolking te beschermen. Dit gebeurt mede door het al dan niet toekennen van een milieuvergunning aan hinderlijke inrichtingen en het opleggen van strikte voorwaarden waaraan bij de exploitatie moet voldaan worden.

De naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvergunningsvoorwaarden is van cruciaal belang om hinder aan het leefmilieu te voorkomen of minstens tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een strikte naleving van deze voorwaarden wordt dan ook opgelegd aan diegenen die de ingedeelde activiteiten uitoefenen.

Grondwaterwinningen met een capaciteit van XXX betreffen conform bijlage 1 van VLAREM I klasse 1/2/3-inrichtingen (rubriek XXXX). De klasse waarin een activiteit wordt ingedeeld, wordt bepaald door de graad waarin deze activiteit geacht wordt belastend te zijn voor de mens en het leefmilieu.

[Klasse 1-inrichtingen worden als meest hinderlijk beschouwd.] of [Controle op ingedeelde klasse 3-inrichtingen, die meldingsplichtig zijn, is noodzakelijk om alle milieurisico’s en hinder voor de omgeving tot een aanvaardbaar niveau te beperken bij de aktename, desgevallend door het opleggen van bijzondere milieuvoorwaarden. Door het niet tijdig melden [van een wijziging] van een ingedeelde klasse 3-activiteit wordt deze controle bemoeilijkt en werd het eventueel opleggen van bijzondere milieuvoorwaarden verhinderd.]

Verschillende grondwaterlagen worden bedreigd door verdroging. De kwaliteit en kwantiteit van het grondwater moet worden beschermd. Het al dan niet toekennen van een vergunning voor een bronbemaling en het desgevallend opleggen van bijzondere milieuvoorwaarden, wordt als instrument gebruikt om deze kwaliteit en kwantiteit te waarborgen en te herstellen.

[Een bronbemaling (afhankelijk van de tijdsduur en de hoeveelheden opgepompt grondwater) veroorzaakt een tijdelijke verlaging van de grondwaterstand wat, naar gelang het jaargetijde, nefast kan zijn voor de nabijgelegen flora (bomen, planten en struiken). In bepaalde gevallen kan verzilting optreden en er kan ook vervuild water worden opgepompt. Indien een bronbemaling onzorgvuldig wordt uitgevoerd, kunnen ook zettingen in de (onmiddellijke) omgeving veroorzaakt worden.]

<p>[De invloed van een omvangrijke bemaling, waarvan er hier – zij het gedurende korte periode – sprake was, kan in afstand ver dragen en kan leiden tot lokale instabiliteit van de bodem door wateroverlast bij het lozen van het bemaalde water en het droogvallen van grondwaterbronnen door spanningsval in het grondwater.]</p>

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van euro.</p>

#elseif($ernst.hoofdthema == 'VCRO')

De doelstelling van bovenvermelde regelgeving is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit (artikel 1.1.4 VCRO).

<p>Dit gebeurt onder andere door het instellen van een voorafgaande vergunnings- of meldingsplicht naargelang de handeling en het gebied waar de handeling plaatsvindt en het opleggen van strikte voorwaarden waaraan moet worden voldaan.</p>

De naleving van de voorafgaande vergunningsplicht behoort tot de meest elementaire verplichtingen. Zij laat de vergunningverlenende overheid toe om kennis te nemen van de voorgenomen handeling, te beoordelen of deze al dan niet vergund kunnen worden, desgevallend mits oplegging van voorwaarden, en de toezichthoudende overheden om controle uit te oefenen op deze handelingen.

<p>Het verzaken aan deze voorafgaandelijke vergunningsplicht leidt ertoe dat de vergunningverlenende overheid niet in kennis wordt gesteld van de voorgenomen handelingen, de mogelijkheid wordt ontnomen om na te gaan of de goede ruimtelijke ordening, de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen aanvaardbaar zijn, desgevallend mits oplegging van bijzondere voorwaarden, en het de toezichthoudende overheden onmogelijk wordt gemaakt, minstens ernstig wordt bemoeilijkt, om controle uit te oefenen.<p/>

<p>De feiten zijn voldoende ernstig om te worden gesanctioneerd met een bestuurlijke geldboete van euro.<p/>

#else

<p>De doelstelling van bovenvermelde regelgeving is het voorkomen of beperken van de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden

  van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend kunnen zijn,

of die gevaarrisico’s in zich kunnen dragen.

<p>Deze feiten zijn dus voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een bestuurlijke geldboete van.</p>

#end

Met vriendelijke groeten,

Iris Baeyens

Secretariaatscoördinator

DEPARTEMENT OMGEVING

Afdeling Handhaving

T 02 553 28 27

Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel

www.omgevingvlaanderen.be<http://www.omgevingvlaanderen.be/>

[cid:image001.jpg op 01D9824F.6FF932D0]<https://twitter.com/omgevingVL> [cid:image002.jpg op 01D9824F.6FF932D0] <https://www.facebook.com/Departementomgeving>  [cid:image003.jpg op 01D9824F.6FF932D0] <https://www.linkedin.com/company/departement-omgeving>

________________________________

________________________________

[1] http://birdsineurope.birdlife.org

[2] http://birdsineurope.birdlife.org

[3] http://birdsineurope.birdlife.org
------------- volgend deel ------------
Een HTML-bijlage is gescrubt...
URL: <http://list.milieuinfo.be/pipermail/phoenix/attachments/20230511/2ead2433/attachment-0001.htm>
------------- volgend deel ------------
Een niet-tekst bijlage is gescrubt...
Naam: image001.jpg
Type: image/jpeg
Grootte: 704 bytes
Omschrijving: image001.jpg
URL : <http://list.milieuinfo.be/pipermail/phoenix/attachments/20230511/2ead2433/attachment-0003.jpg>
------------- volgend deel ------------
Een niet-tekst bijlage is gescrubt...
Naam: image002.jpg
Type: image/jpeg
Grootte: 717 bytes
Omschrijving: image002.jpg
URL : <http://list.milieuinfo.be/pipermail/phoenix/attachments/20230511/2ead2433/attachment-0004.jpg>
------------- volgend deel ------------
Een niet-tekst bijlage is gescrubt...
Naam: image003.jpg
Type: image/jpeg
Grootte: 715 bytes
Omschrijving: image003.jpg
URL : <http://list.milieuinfo.be/pipermail/phoenix/attachments/20230511/2ead2433/attachment-0005.jpg>
------------- volgend deel ------------
Een niet-tekst bijlage is gescrubt...
Naam: image004.png
Type: image/png
Grootte: 887 bytes
Omschrijving: image004.png
URL : <http://list.milieuinfo.be/pipermail/phoenix/attachments/20230511/2ead2433/attachment-0004.png>
------------- volgend deel ------------
Een niet-tekst bijlage is gescrubt...
Naam: image005.png
Type: image/png
Grootte: 1006 bytes
Omschrijving: image005.png
URL : <http://list.milieuinfo.be/pipermail/phoenix/attachments/20230511/2ead2433/attachment-0005.png>
------------- volgend deel ------------
Een niet-tekst bijlage is gescrubt...
Naam: image006.png
Type: image/png
Grootte: 1013 bytes
Omschrijving: image006.png
URL : <http://list.milieuinfo.be/pipermail/phoenix/attachments/20230511/2ead2433/attachment-0006.png>
------------- volgend deel ------------
Een niet-tekst bijlage is gescrubt...
Naam: image007.png
Type: image/png
Grootte: 6009 bytes
Omschrijving: image007.png
URL : <http://list.milieuinfo.be/pipermail/phoenix/attachments/20230511/2ead2433/attachment-0007.png>